Newsletter, 24 December 2019
Reflectie
Het einde van het jaar nadert: tijd voor reflectie. Met alle collega’s kijken wij terug op een waanzinnig (lustrum)jaar vol met activiteiten. Natuurlijk blikken wij traditiegetrouw ook terug op de uitspraken van rechters dit jaar. Als kerstcadeau ontvangt u van ons arbeidsrechtteam, ons ondernemingsrechtteam en ons intellectueel eigendomsrechtteam de meest praktische, leukste of verrassendste uitspraak van 2019. En scrolt u vooral door naar ons recept voor het maken van de appelWAB!
Hof Den Haag heeft geoordeeld dat een werkgever een werknemer mag aanzeggen via een WhatsApp bericht. In de desbetreffende zaak vraagt werkneemster haar leidinggevende via WhatsApp of haar arbeidsovereenkomst wordt verlengd. Leidinggevende reageert via WhatsApp dat hij niet van plan is om te verlengen. Leidinggevende blijkt in de war, want later volgt een nieuw WhatsAppbericht: “ ik denk dat ik heb gezegd dat ik niet van plan ben om het niet te verlengen, ik bedoel daarmee ik wil wel verlengen”. De verwarring wordt compleet wanneer de werkgever uiteindelijk besluit om toch niet te verlengen. Volgt u het nog? Werkneemster stelt dat de arbeidsovereenkomst is verlengd door het tweede Whatsapp bericht van werkgever en Hof Den Haag geeft werkneemster gelijk. Het bericht van de werkgever was voldoende om aan te nemen dat de arbeidsovereenkomst - ondanks de eerdere onduidelijkheid - zou worden verlengd.
Een aanzegging moet overigens wel door de werknemer zijn ontvangen om geldig te zijn. Dit jaar is ook duidelijk geworden hoe de ontvangsttheorie werkt bij WhatsApp. Rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat voldaan is aan de ontvangsttheorie als werkgever kan aantonen dat hij het WhatsApp bericht heeft verstuurd en er twee blauwe vinkjes bij staan. Dat geldt ook als het WhatsApp bericht op de telefoon van werknemer niet is terug te vinden. Kanttekening bij deze uitspraak is dat werkgever ook een aanzegging per e-mail had gedaan (die werkneemster ook niet zou hebben ontvangen).
Het oordeel van deze rechters past goed in de digitale tijd waarin WhatsApp niet meer weg te denken is. Zeker in organisaties waar WhatsApp een veelgebruikt middel is, kunnen aanzeggingen dus via dit communicatiekanaal worden verstuurd. Wilt u echter volledige zekerheid, dan is het raadzaam om de aanzegging tegelijkertijd per e-mail of brief te versturen.
De meesten van u zijn vast bekend met de flessen champagne van Dom Pérignon. Wellicht heeft u er deze jaarwisseling wel één op tafel staan. Wat weinigen weten is dat verschillende kunstenaars zich hebben gewaagd aan hun eigen ontwerp van deze fles, zoals Jeff Koons en Lenny Kravitz. De vormgeving van de buikachtige flessen en lange hals en het schildvormig etiket, is te danken aan Andy Warhol. Die karakteristieke vormgeving is ingeschreven als (vorm)merk, en na verloop van tijd onderdeel geworden van onze popcultuur. Dit was voor de Belgische kunstenaar Cedric Peers reden om het merk te gebruiken voor zijn kunstwerken, genoemd ‘The Damn Pérignon Collection’ waarvan een voorbeeld hieronder is afgebeeld:
De houder van de ingeschreven merken, Moët Hennessy Champagne Services, was hier niet van gediend en stapte naar de rechter. Mocht Cedric Peers op deze wijze gebruik maken van het bekende Dom Pérignon-merk? In principe niet, tenzij er een geldige reden is voor het merkgebruik. Cedric Peers voerde zijn artistieke vrijheid aan als geldige reden. De zaak kwam bij het Benelux-Gerechtshof. Het Hof oordeelde dat de artistieke vrijheid inderdaad een geldige reden kan vormen, mits de kunstuiting het originele resultaat is van een creatief proces, dat er niet op is gericht het merk of de merkhouder schade toe te brengen. Het is te verwachten dat deze voorwaarde in de praktijk geen hoge drempel zal vormen, wat betekent dat de artistieke vrijheid in beginsel zwaarder zal wegen dan de rechten van de merkhouder. Om de woorden van een Amerikaanse rechter in een vergelijkbare zaak over te nemen: sometimes it is better to smile than to sue.
Als een bestuurder zelf het faillissement van zijn onderneming aanvraagt, spreekt de rechtbank bijna standaard het faillissement uit, want wie weet nu beter hoe de onderneming ervoor staat dan de bestuurder zelf?
Zo dacht ook de bestuurder die dit jaar het faillissement van zijn vennootschap aanvroeg bij Rechtbank Den Haag. Naast de beperkte handelsschulden had de vennootschap ook nog een schuld aan twee groepsmaatschappijen van in totaal ongeveer € 60 miljoen, zodat een faillissement de enige oplossing leek. Toch verklaarde de rechtbank deze verlieslatende onderneming niet failliet. De belangrijkste reden was dat de rechtbank zich niet aan de indruk kon onttrekken dat de aanvraag van het faillissement was gebruikt om op eenvoudige wijze af te komen van de 180 arbeidsovereenkomsten en 4 huurovereenkomsten. Als er nog overeenkomsten, personeel en activa zijn (en dat laatste bleek op de zitting het geval) en het gaat voornamelijk om schulden binnen het concern, dan is een faillissement niet het juiste middel. De werknemers die nog in dienst zijn blijft – in ieder geval voor nu – een ontslagbrief van de curator bespaard. Een mooie kerstgedachte.
Met nog één week te gaan voordat de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking treedt, weet men wel raad met de woordgrappen. Wij blijven niet achter, dus om knallend het nieuwe jaar in te gaan, hierbij een recept voor een heerlijke appelWAB!
Ingrediënten:
6 plakjes bladerdeeg
1 stevige appel (Goudreinet/Jonagold)
1 theelepel kaneelpoeder
2 eetlepels suiker
1 eetlepel kaneelsuiker
1 losgeklopt ei
* optioneel: een handje rozijnen, amandelspijs of pecannoten
Bereiding:
Heeft u vragen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Wij wensen u hele fijne feestdagen en een gezond en succesvol 2020!
Met vriendelijke groet,
Het hele VDS team
Van der Steenhoven advocaten N.V.
Herengracht 582, (1017 CJ) Amsterdam
Tel +31 (0)20 607 79 79
www.vandersteenhoven.nl, mail.
Aan de samenstelling en inhoud van deze nieuwsbrief is de meeste zorg besteed. Van der Steenhoven advocaten N.V. aanvaardt geen verantwoordelijkheid ten aanzien van op basis van dit artikel genomen beslissingen, tenzij zij vooraf in concrete gevallen is geraadpleegd.